Regelmatig krijg ik de vraag, hoe werkt ie nou die sokkenliniaal?
Op Facebook zette ik al eens een video, de link daarnaar toe vind je hieronder.
Zo kun je precies zien hoe de 3 in 1 sokkenliniaal werkt.
Hoe werkt de sokkenliniaal
Wil er een kopen, dat kan via de webshop: Sokkenliniaal
Even geen zin
Heb jij dat nou ook wel eens? Ben je heel enthousiast aan een brei- of haakproject begonnen. Bijna klaar en dan heb je er eigenlijk geen zin mee in.
Mij overkomt dit toch ook wel eens.
Gouden tip
Neem iedere dag een half uurtje (zet een wekkertje) om aan dit project te werken. De rest van je handwerktijd mag je doen wat je wilt, maar wat is nu een half uurtje?
Zo om toch? Stiekem is jouw project dan uiteindelijk toch best nog snel klaar.
En ik kan je vertellen, dat geeft zo'n fijn gevoel....
Op Instagram is dit #heerlijkhandwerkhalfuurtje gelanceerd. Ik vind het een goed idee.
Ik ben zelf meer een breier dan een haker, maar deze rechtedriehoekshawl haakte ik tijdens mijn #heerlijkhandwerkhalfuurtje! En ........hij is klaar!
Enne smokkelen mag...
Deze keer een tip over het onzichtbaar wisselen van kleuren in je haakwerk.
Wanneer je met meerdere kleuren haakt is het altijd mooi om te zorgen dat je niet ziet waar je van kleur wisselt.
In dit filmpje zie je hoe je onzichtbaar van kleur verwisselt.
Het is eigenlijk heel simpel. Je maakt je gehaakte steek af met de nieuwe kleur.
Of je nu een vaste, een stokje of een andere steek haakt. Dat maakt niet uit.
Succes!
Bekijk hier alle tips op de website
Dit label is van de Nuvoletta (Lana Grossa) 42% alpaca, 42% wol en 16% polyamide. 250 meter op een bol van 50 gram.
Op het eerste bovenste plaatje zie je de naalddikte staan, 4-5. Welke naald je gaat gebruiken hangt af van wat je gaat maken en hoe jouw hand van breien is.
Wil je een luchtige trui maken zal je een dikkere naald gebruiken dan wanneer je iets stevigers wil maken.
Op het rechterplaatje staat de steekverhouding, 18 st en 26 rijen op naald 4 of 5 geeft 10x10 cm. Dit kun je alleen maar uitvinden door je proeflapje (zie Tip 1) te gaan breien en te tellen of het klopt. Iemand die los breit zal dus een dunnere naald moeten gebruiken dan iemand die strak breit.
Dan het plaatje eronder, voor een trui met lange mouwen in maat 38-40 heb je ongeveer 250-300 gram garen nodig. Dus 5 a 6 bollen....
Heb jij dat nou ook weleens dat je een bol wol of katoen hebt, waarvan je de wikkel allang hebt weg gegooid en dan wil je er nog een paar bolletjes bij kopen? Zo lastig is dat. Tja... wat was het ook al weer voor wol.
Of je bent ooit iets gaan breien en je hebt geen idee op welke naald of welk patroon het ook alweer was. Weet je wat dan heel handig is? Een handwerk dagboek , hierin plak je een stukje draad, het label, je schrijft welk patroon je gebruikt, op welke naalden, en met een datum waarop je bent gestart.
Super tof om dan ook te zien wanneer iets klaar is. Zo kun je ook terugvinden wat bijvoorbeeld je steekverhouding was met een draad van een merk op een bepaalde naalddikte. Ga je dan nog een keer iets breien met deze draad dan hoef je dat proeflapje (zie vorige tip) niet meer te breien, hahaha
Sarah...
Wat hoor ik het toch vaak, dat proeflapje daar heb ik geen zin in hoor om dat te breien of te haken. En soms wordt het maken van een kledingstuk dan geen succes. Want het wordt te groot of te klein en dat is natuurlijk heel jammer.
Daarom hier een korte uitleg over proeflapjes!
In een goed breipatroon staat een zogenaamde stekenproef: bv 12 st x 22 nld gebreid op nld 4 is 10x10cm. Dit betekend dat 12 steken in de breedte 10 cm zijn en 22 toeren (naalden) 10 cm in de hoogte zijn.
Je kunt het lapje het beste groter maken dan dit aantal steken, neem er de helft van aantal steken en toeren bij. Brei dus 18 steken en 33 toeren op de naald die genoemd wordt. Op deze manier is het nog makkelijker om goed te meten en te tellen. Wanneer dit klaar is ga je tellen of je het juiste aantal steken hebt in de hoogte en de breedte.
Ja...